Klasraad

Opvoeding tot democratie is een belangrijk aspect in het Freinetonderwijs. Kinderen leren in het Freinetonderwijs om samen op democratische basis hun klas te organiseren en te bespreken. Zo worden ze voorbereid op een democratische samenleving.

Kortom, de klas is de maatschappij in het klein. De leerlingen moeten samenwerken, zorgen dat alles goed verloopt in de klas en zijn hier ook zelf verantwoordelijk voor.

Handleiding klasraad


Doel van de klasraad

In de klasraad worden er afspraken gemaakt over de klaswerking. Alle onderwerpen die de klaswerking betreffen, kunnen aan bod komen: pluimen, donderwolken en conflicten, mededelingen, voorstellen, enz.

Daarnaast is de klasraad het ideale moment om nieuwe ideeën te ontwikkelen, feedback te geven aan elkaar en eerder ondernomen projecten te evalueren. In de klasraad zou er op een positieve manier gewerkt moeten worden aan jezelf en de klas. Opbouwend werken en kritiek dienen om jezelf vooruit te helpen en om de sfeer en de organisatie van de klas te bevorderen. 


Het verloop van een klasraad

  • a. Opstellen van de agenda

In de loop van de week kan iedereen op het ideeënbord, muurkrant of ideeënbox voorstellen, pluimen en donderwolken noteren.

Schrijf telkens je naam bij je notitie zodat de voorzitter jou ook vooraf kan vragen je opmerking te verduidelijken.

  • b. Verslag van de vorige klasraad

Bij het begin van de klasraad wordt kort het verslag van de vorige klasraad overlopen. De voorzitter gaat na of er nog vragen en opmerkingen zijn, of de afgesproken taken uitgevoerd zijn en of bepaalde punten opnieuw aan bod moeten komen.

  • c. Pluimen: complimenten en felicitaties

Als je een pluim hebt, wacht er dan niet mee tot de volgende klasraad. Geef je compliment meteen, want dat vinden we allemaal wel fijn. De klasraad is een moment waarop je eerder gegeven complimenten, felicitaties en schouderklopjes voor de hele klas. Hou je nooit in om te zeggen dat iemand goed bezig is.

  • d. Donderwolken: klachten en werkpunten

Een donderwolk formuleer je het best als een vraag. Bijvoorbeeld: "Waarom werd je boos op mij en niet op hem, terwijl we allebei met je pennenzak gooiden?"

Frustraties en ruzies worden liever onmiddellijk opgelost en niet opgespaard tot de klasraad. Opgeloste conflicten worden ook niet opnieuw opgehaald tijdens de klasraad. Donderwolken of klachten op de klasraad dienen dus alleen om moeilijke, onopgeloste problemen met de hele groep te bespreken.

  • e. mededelingen
Ieder lid van de klasraad kan een mededeling doen. Het gaat om praktische informatie waarover niet gediscussieerd hoeft te worden. Met een mededeling kan je de klas bijvoorbeeld aan iets herinneren (bv. vanavond leerlingenraad, verjaardag). De voorzitter zorgt ervoor dat er over mededelingen geen lange discussies ontstaan.


  • f. Voorstellen en vragen

Uit voorstellen en vragen komen vaak afspraken. Die afspraken zijn niet noodzakelijk voor eeuwig, na verloop van de tijd worden ze geëvalueerd, bijgestuurd of worden er nieuwe voorstellen geformuleerd waaruit nieuwe afspraken kunnen voortvloeien.

  • g. Besluiten nemen

Beslissingen worden door de hele groep genomen (eventueel na een stemming). Ook als een individu een andere mening heeft, legt hij zich neer bij de gemaakte afspraak.


Afspraken voor een vlot verloop


  • a. Hoe behandelt de klasraad een pluim?

Stap 1: De voorzitter leest de felicitatie voor aan de andere leerlingen.

Stap 2: De voorzitter geeft dan de beurt aan de auteur van de felicitatie. Die kan nu het compliment aanvullen en toelichten.

Stap 3: De ontvanger mag uiteraard reageren.


  • b. Hoe behandelt de klasraad een donderwolk?

Stap 1: De voorzitter leest de klacht duidelijk voor. Het is belangrijk dat de voorzitter daar vooral ook even met de auteur over heeft gesproken. Sommige klachten zijn na lang wachten aan het papier toevertrouwd, andere klagers maken van hun hart nooit een moordkuil en zijn heel openhartig in hun kritiek. De leerkracht ondersteunt de voorzitter in het begin bij deze voorbereiding.

Stap 2: De auteur van de klacht krijgt eerst de kans zijn klacht toe te lichten.

Stap 3: De leerling of het groepje tegen wie de klacht gericht is, krijgt de kans te vertellen wat er zich heeft afgespeeld.

Stap 4: De klas kan nu vragen stellen aan beide partijen.

Stap 5: Op een gegeven moment moet met behulp van de leraar de fase van verheldering afgerond worden. De klas kan oplossingen mee bedenken.

Stap 6: De voorzitter, eventueel geholpen door de leraar, vat deze samen en komt met een voorstel of voorstellen. Daar moeten alle betrokkenen een keuze uit maken.


  • c. Hoe behandelt de klasraad een voorstel?

Stap 1: De voorzitter heeft vooraf het voorstel gelezen en leest het tijdens de bespreking voor aan de hele groep.

Stap 2: De bedenker van het voorstel krijgt eerst de beurt om zijn of haar voorstel toe te lichten.

Stap 3: De leerlingen worden daarna uitgenodigd om vragen te stellen aan de bedenker zodat het voorstel voor iedereen duidelijk is. Ook andere leerlingen mogen reageren op de vragen.

Stap 4: In een discussiemoment kan het voorstel nu gewijzigd of aangevuld worden. Als er door de discussie varianten ontstaan, kan het hieruit gekozen worden.

Stap 5: Altijd worden er ook afspraken gemaakt over de uitvoering. Wie doet wat, wanneer en hoe?


                                                                                                 Bron: De Veranda (Alken).

Checklist voorzitter


Voor de voorzitter

Als goede voorzitter streef ik er in de eerste plaats naar dat de klasraad rustig en efficiënt verloopt, dat alle (of toch zeker de belangrijkste/dringendste) agendapunten besproken worden, dat iedereen aan bod kan komen, dat beslissingen zo genomen worden dat zoveel mogelijk deelnemers tevreden zijn.

Stap 1: Ik bereid de klasraad goed voor.

  • Ik lees vooraf alle voorstellen, felicitaties (pluimen), klachten (kritiek, donderwolken) en bespreek ze (als dat belangrijk is) met degene die ze aan de agenda toevoegde.
  • Ik zorg dat de dringende en belangrijke agendapunten zeker aan bod komen.

Stap 2: Ik structureer de klasraad op correcte wijze.

  • Bij het begin van de klasraad stel ik de agenda voor.
  • Ik licht elk agendapunt kort toe, voordat het besproken wordt.
  • Ik geef de betrokkenen de gelegenheid hun standpunt uiteen te zetten.

Stap 3: Ik leid discussies in goede banen.

  • Ik let erop dat iedereen meedoet, niet alleen degenen die het woord vragen. Ik vraag ook andere klasgenoten om hun mening en standpunt.
  • Ik let erop dat niet steeds dezelfde klasgenoten aan het woord zijn.
  • Ik let erop dat er niet door elkaar gepraat wordt.
  • Ik zorg ervoor dat we bij het onderwerp blijven.
  • Ik bewaak de tijd. Ik vraag eventueel aan iemand anders om tijdbewaker te zijn.

Stap 4: Ik bewaak de goede sfeer en het efficiënte verloop van de vergadering.

  • Ik blijf kalm.
  • Ik grijp in wanneer anderen de vergadering storen.
  • Als een discussie te lang duurt en vastloopt, probeer ik ze af te ronden, bv. op de volgende wijze:
  • Ik stel voor om het thema na x minuten af te ronden.
  • Ik vraag wie nog iets over het thema wil zeggen en laat deze deelnemers nog één keer aan het woord (zonder discussie toe te laten).
  • Ik stel zelf een oplossing voor.
  • Bij belangrijke en niet dringende onderwerpen stel ik eventueel voor, het thema tijdens de volgende vergadering opnieuw te behandelen.
  • Ik stel een stemming voor.
  • Ik zoek creatief naar andere oplossingen.

Stap 5: Ik zorg ervoor dat beslissingen op de best mogelijke manier genomen worden.

  • Ik probeer in de eerste plaats een beslissing bij consensus te bereiken (= iedereen gaat akkoord, een stemming is niet nodig).
  • Bij belangrijke beslissingen en als een consensus niet lukt, vraag ik, of er iemand is die met het gedane voorstel moeilijk zou kunnen leven (het kan namelijk gebeuren dat iemand het niet eens is met een voorstel, maar het toch kan/ wil aanvaarden - ook dan is een stemming niet nodig).
  • Als we gaan stemmen, zet ik eerst de verschillende mogelijkheden op een rij.
  • Voordat we stemmen, vraag ik of iedereen begrepen heeft wat de mogelijkheden zijn en of iedereen het eens is met de voorgestelde stemprocedure.
  • Bij een stemming tel ik de voor- en de tegenstemmen en de onthoudingen.
  • Als ik vermoed dat iemand het moeilijk heeft met een voorstel dat met meerderheid is aangenomen, geef ik deze deelnemer(s) de kans om daarover nog een woordje te zeggen.


                                                                                                 Bron: De Veranda (Alken).

Opmerking: Dit alles zijn slechts richtlijnen voor het goede verloop van een vergadering. Soms moet ervan afgeweken worden om de vergadering goed te doen verlopen. Een goede voorzitter is niet iemand die zonder pardon de regeltjes toepast of die ervan geniet de baas te spelen. Een goede voorzitter is in de eerste plaats een wijze voorzitter.

©2020 Martijn Richter. Krijn Taconiskade 346, 1087 Amsterdam
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin